Uw zorg

Vroege opsporing zeldzame ziektes redt levens

Op de derde dag van zijn of haar prille leven wordt er bij zowat elke Vlaamse baby bloed afgenomen. Via die ‘handprik’ screent de overheid elk jaar 67.000 pasgeborenen op 12 zeldzame ziekten die een snelle behandeling vereisen.

In Vlaanderen wordt jaarlijks een indrukwekkende 99,5 procent van alle pasgeborenen, zo’n 67.000 baby’s, gescreend op zeldzame ziekten. Het UZA neemt 60 procent van die analyses voor zijn rekening. De screening gebeurt meer bepaald door het Centrum Bevolkingsonderzoek Aangeboren Aandoeningen (CBAA), onder leiding van prof. dr. François Eyskens, kliniekhoofd kindergeneeskunde. Het CBAA kreeg opnieuw als een van twee Vlaamse centra een erkenning voor vijf jaar om aangeboren aandoeningen bij pasgeboren baby’s op te sporen. Daarvoor werkt het nauw samen met het Vlaams Centrum Brussel voor opsporing Aangeboren Aandoeningen (VCBMA), dat verbonden is aan het UZ Brussel.

Elk jaar mondt de screening bij zo’n 40 baby’s uit in een afwijkend resultaat. Bij een 25-tal van hen voorkomt de vroege opsporing een zware handicap of zelfs een overlijden. De kans dat een ziekte wordt gemist, is heel klein.

LEES HIER HET VOLLEDIGE DOSSIER UIT MAGUZA.

Arthur heeft een ernstige stofwisselingsziekte. Dankzij de neonatale screening waren we er op tijd bij en kan hij gelukkig perfect normaal opgroeien.Stephanie, mama van Arthur (6), in Maguza